Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal tärd

Vertaal tärd van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

tärd:
- vertreten; abgewetzt
Wiktionary:
- tärd → hager

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tärd (Zweeds) in het Duits

tärd:

tärd bijvoeglijk naamwoord

tärd (sliten; trött; slitet; medtaget; tärt)
vertreten; abgewetzt
- vertreten bijvoeglijk naamwoord
- abgewetzt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tärd:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vertreten		ersätta; koppla av; representera; sätta tillbaka; ta det lugnt; vara ersättning för; växla; återställa
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abgewetzt	medtaget; sliten; slitet; trött; tärd; tärt	använt; avgrundad; buren; buret; utnött; utsliten; utslitet
vertreten	medtaget; sliten; slitet; trött; tärd; tärt	använt; buren; buret; utsliten; utslitet

Synoniemen voor "tärd":

mager; undernärd; utmärglad; sliten; härjad

Wiktionary: tärd

tärd

adjective

heute nur noch zur Beschreibung des menschlichen Körpers oder einzelner Körperteile, früher auch bei Tieren: dürr, mager, sehnig, knochig (und häufig groß gewachsen)
- hager → tärd; avtärd; mager

Verwante vertalingen van tärd

tärd handske