Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. spik:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spik (Zweeds) in het Duits

spik:

spik [-en] zelfstandig naamwoord

  1. spik (stift)
    die Stiftschraube

Vertaal Matrix voor spik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Stiftschraube spik; stift bult; kranskruv

Wiktionary: spik

spik
noun
  1. spitzer Metallstift zum Fixieren oder Aufhängen von Gegenständen

Cross Translation:
FromToVia
spik Nagel nail — spike-shaped metal fastener used for joining wood or similar materials
spik Stift; Nagel nagel — spijker
spik Nagel clou — Tige rigide, courte et pointue

Verwante vertalingen van spik