Som in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

som:
- wie; als; gleichwie; gemäß; während; weil; so; indem; denn; indessen; wogegen; indes; wo; ja; da; im übereinstimmung mit; sowohl als; damals; von da an; je nachdem; in dem Maße
- was; etwas; eines; eins; es
Wiktionary:
- som → gleich
- som → dergleichen, als, nach, wie, alias, der, die, das, welcher, dem, den

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor som (Zweeds) in het Duits

som (såsom)
wie; als; gleichwie; gemäß; während; weil; so; indem; denn; indessen; wogegen; indes; wo; ja; da
- wie bijvoeglijk naamwoord
- als bijvoeglijk naamwoord
- gleichwie bijvoeglijk naamwoord
- gemäß bijvoeglijk naamwoord
- während bijvoeglijk naamwoord
- weil bijvoeglijk naamwoord
- so bijvoeglijk naamwoord
- indem bijvoeglijk naamwoord
- denn bijvoeglijk naamwoord
- indessen bijvoeglijk naamwoord
- wogegen bijvoeglijk naamwoord
- indes bijvoeglijk naamwoord
- wo bijvoeglijk naamwoord
- ja bijvoeglijk naamwoord
- da bijvoeglijk naamwoord
som (likt)
gemäß; wie; gleichwie; im übereinstimmung mit
- gemäß bijvoeglijk naamwoord
- wie bijvoeglijk naamwoord
- gleichwie bijvoeglijk naamwoord
- im übereinstimmung mit bijvoeglijk naamwoord
som
sowohl als
- sowohl als bijvoeglijk naamwoord
som
damals; als; von da an
- damals bijvoeglijk naamwoord
- als bijvoeglijk naamwoord
- von da an bijvoeglijk naamwoord
som
je nachdem; in dem Maße; wie
- je nachdem bijvoeglijk naamwoord
- in dem Maße bijvoeglijk naamwoord
- wie bijvoeglijk naamwoord

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eines	som; vilken; vilket	den ena; någonting
eins	som; vilken; vilket
es	som; vilken; vilket	det
etwas	som; vilken; vilket	litet; någonting
ja		ja visst; verkligen; visserligen
so		eller; eller också; så
was	som; vilken; vilket	någonting
wie		hur mycket; hur mycket som; hur än mycket
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
als	som; såsom
da	som; såsom	därborta; då; eftersom; emedan; ibid.; med detta i åtanke; trots allt
damals	som	då; förr; på den tiden
denn	som; såsom	effektiv; effektivt; eftersom; emedan; faktisk; faktiskt; för; trots; trots allt; utan hinder av; verkligt
eines		sig själv
eins		sig själv
etwas		någonting som detta; några; vissa; visst
gemäß	likt; som; såsom	enligt lagen; följande; i enlighet med; lik; lika mycket som; lika väl som; likaledes; precis som
gleichwie	likt; som; såsom	precis lik; precis som
im übereinstimmung mit	likt; som
in dem Maße	som
indem	som; såsom	därigenom; som följd av
indes	som; såsom	dock; emellertid; under tiden
indessen	som; såsom	dock; emellertid; medan; under tiden; under tiden som
ja	som; såsom	ja; jo; verkligen
je nachdem	som
so	som; såsom	det var det; på det sättet; så
sowohl als	som
von da an	som	allt ifrån; alltsedan
weil	som; såsom	då; emedan; med detta i åtanke
wie	likt; som; såsom	hur mycket; hur många; precis som; på vilket sätt
wo	som; såsom	var; varthän
wogegen	som; såsom	mot vilken; mot vilket
während	som; såsom	medan; sedan länge; under; under tiden som

som

adverb

veraltet: der, die, das oder die im Plural
- dergleichen → vilken; som
gefolgt von einer adverbialen Bestimmung oder einem Attribut: Satzteilkonjunktion
- als → som
in Form + Nominativ
- als → som

Cross Translation:

From	To	Via
• som	→ nach; wie	↔ like — somewhat similar to
• som	→ alias	↔ AKA — also known as
• som	→ der; die; das	↔ that — which
• som	→ der; die; das	↔ what — nonstandard relative pronoun
• som	→ der; welcher	↔ which — (relative) who, whom, what
• som	→ der; die; das	↔ who — who (relative pronoun)
• som	→ dem; der; den; die	↔ whom — relative pronoun