Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal snabel

Vertaal snabel van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

snabel:
- Rüssel; Tülle; Schnabel; Schnauze
Wiktionary:
- snabel → Schnabel
- snabel → Rüssel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor snabel (Zweeds) in het Duits

snabel:

snabel [-en] zelfstandig naamwoord

snabel
der Rüssel
- Rüssel [der ~] zelfstandig naamwoord
snabel (näsa; nos)
die Tülle; der Schnabel; die Schnauze
- Tülle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schnabel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schnauze [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snabel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Rüssel	snabel
Schnabel	nos; näsa; snabel	gap; käft; mun; munstycken; nota; näbb; pipar; räkning
Schnauze	nos; näsa; snabel	gap; kran; käft; mun; näbb; skrävlare; snok; stor mun
Tülle	nos; näsa; snabel	liten tub; pip; utloppsrör

Wiktionary: snabel

snabel

noun

Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
- Schnabel → näbb; snabel

Cross Translation:

From	To	Via
• snabel	→ Rüssel	↔ proboscis — elongated tube
• snabel	→ Rüssel	↔ trunk — extended nasal organ of an elephant