Snabbhet in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

snabbhet:
- Schnelligkeit; Geschwindigkeit; Tempo; Zügigkeit; Raschheit; Flinkheit; Gewandtheit; Beweglichkeit; Lebhaftigkeit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor snabbhet (Zweeds) in het Duits

snabbhet (tempo)
die Schnelligkeit; die Geschwindigkeit; Tempo; die Zügigkeit; die Raschheit; die Flinkheit; die Gewandtheit
- Schnelligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tempo [das ~] zelfstandig naamwoord
- Zügigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Raschheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Flinkheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
snabbhet (rörlighet; livlighet)
die Beweglichkeit; die Lebhaftigkeit
- Beweglichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lebhaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beweglichkeit	livlighet; rörlighet; snabbhet	flyttbarhet; livlighet
Flinkheit	snabbhet; tempo	flinkhet; friskhet; käckhet; livlighet; munterhet
Geschwindigkeit	snabbhet; tempo	fart; friskhet; full fart; full rulle; hastighet; kraft; livlighet; munterhet; spänstighet; styrka
Gewandtheit	snabbhet; tempo	beräkning; duktighet; friskhet; färmitet; handlingskraft; händighet; klokhet; list; livlighet; munterhet; möjligheter; skarphet; skarpsinne; skarpsinnighet; skicklighet; skärpa; slagfärdighet; slagkraft; slughet; smarthet; spetsighet; trick; vasshet
Lebhaftigkeit	livlighet; rörlighet; snabbhet	disposition; förlustelse; gladhet; livlighet; munterhet; natur; nöje; nöjsamhet; rabalder; rolighet; skojighet; temperament; tumult
Raschheit	snabbhet; tempo	brådska; fart; fläng; hast; hastighet
Schnelligkeit	snabbhet; tempo	brådska; fart; fläng; full fart; full rulle; hast; hastighet
Tempo	snabbhet; tempo	allé; brådska; fart; fläng; full fart; full rulle; gränd; hast; hastighet; prång
Zügigkeit	snabbhet; tempo