Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. snår:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor snår (Zweeds) in het Duits

snår:

snår [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. snår (skogssnår)
    der Busch; Gesträuch; Holz; Dickicht; Gestrüpp; Gebüsch; der Büsche; Unterholz; Gehölz
    • Busch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesträuch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Holz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Dickicht [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gestrüpp [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebüsch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Büsche [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Unterholz [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehölz [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. snår (småskog; buske)
    Gebüsch; Dickicht; Gestrüpp

Vertaal Matrix voor snår:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Busch skogssnår; snår bouquet; bukett; bunt; bush; buskar; doft; jungel; knippa; kärve; skog; skogsmark; urskog
Büsche skogssnår; snår buntar; buskar; buske; knippen
Dickicht buske; skogssnår; småskog; snår
Gebüsch buske; skogssnår; småskog; snår buskar
Gehölz skogssnår; snår timmer
Gesträuch skogssnår; snår
Gestrüpp buske; skogssnår; småskog; snår ogräs
Holz skogssnår; snår skog; timmer; ved
Unterholz skogssnår; snår buskar; buskgrupp

Synoniemen voor "snår":

  • sly; buskage

Wiktionary: snår

snår
noun
  1. Aufwuchs dicht beieinander stehender und stark verzweigter Sträucher oder Büsche
  2. wilde, dichte Büsche, die dicht nebeneinander stehen
  3. dichtes Gestrüpp, Buschwerk, Unterholz oder dichter junger Wald

Cross Translation:
FromToVia
snår Büschel clump — thick group
snår Dickicht thicket — copse

Verwante vertalingen van snår