Snålhet in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

snålhet:
- Geiz; Gier; Habgier; Knauserigkeit; Raffgier; Knauserei; Filzigkeit
Wiktionary:
- snålhet → Geiz, Sparsamkeit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor snålhet (Zweeds) in het Duits

snålhet (knusslighet; ynklighet; njugghet)
der Geiz; die Gier; die Habgier
- Geiz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
snålhet (knusslighet; girighet)
der Geiz; die Habgier; die Knauserigkeit; die Raffgier; die Knauserei
- Geiz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knauserigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Raffgier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knauserei [die ~] zelfstandig naamwoord
snålhet (knusslighet)
die Knauserei; die Filzigkeit
- Knauserei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Filzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Filzigkeit	knusslighet; snålhet
Geiz	girighet; knusslighet; njugghet; snålhet; ynklighet	girighet
Gier	knusslighet; njugghet; snålhet; ynklighet	begär; frosseri; girighet; iver; ivrigt begär; suck; önskan
Habgier	girighet; knusslighet; njugghet; snålhet; ynklighet	girighet; glupskhet; rovgirighet
Knauserei	girighet; knusslighet; snålhet	bryskhet; girighet; korthet; snäsighet; syrlighet
Knauserigkeit	girighet; knusslighet; snålhet
Raffgier	girighet; knusslighet; snålhet

snålhet

Cross Translation:

From	To	Via
• snålhet	→ Sparsamkeit; Geiz	↔ parsimony — great reluctance to spend money unnecessarily