Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor småsten (Zweeds) in het Duits

småsten:

småsten [-en] zelfstandig naamwoord

  1. småsten (kiselsten)
    der Zündstein; der Felsen; der Stein; Steinchen; der kleineStein; Gehänge; der Nippes; Kleinod; der Steinbock; die Steinplatte; die Nippsache
  2. småsten
    Steinchen
  3. småsten (grus; singel)
    der Kieselstein; der Kies; der Grus
    • Kieselstein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kies [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Grus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor småsten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Felsen kiselsten; småsten bergart; sten bildning; sten formning
Gehänge kiselsten; småsten gehäng; smycken; utsmyckning
Grus grus; singel; småsten bit; klick; klimp; klump; stycke
Kies grus; singel; småsten svavelkis
Kieselstein grus; singel; småsten
Kleinod kiselsten; småsten edelsten; smycken; utsmyckning
Nippes kiselsten; småsten billiga smycken; grej; manick; pryl; smycken; utsmyckning
Nippsache kiselsten; småsten billiga smycken; grej; liten sak; manick; obetydlighet; pryl; smula; smycken; utsmyckning
Stein kiselsten; småsten inre delen av en frukt; klippa; kärna; plåsterstenar; sten; sten bildning; sten formning; stenar; stenbumling
Steinbock kiselsten; småsten stenbock
Steinchen kiselsten; småsten småstenar
Steinplatte kiselsten; småsten gatsten; gravsten; trottoarsten
Zündstein kiselsten; småsten
kleineStein kiselsten; småsten

Synoniemen voor "småsten":


Wiktionary: småsten


Cross Translation:
FromToVia
småsten Kieselstein pebble — stone