Zweeds
Uitgebreide vertaling voor slutkörd (Zweeds) in het Duits
slutkörd:
-
slutkörd (slutkört; slut)
abgespannt; fertig; kaputt; übermüdet; todmüde; erschöpft; halbtot; hundemüde; abgemattet; ohnmächtig; ermattet-
abgespannt bijvoeglijk naamwoord
-
fertig bijvoeglijk naamwoord
-
kaputt bijvoeglijk naamwoord
-
übermüdet bijvoeglijk naamwoord
-
todmüde bijvoeglijk naamwoord
-
erschöpft bijvoeglijk naamwoord
-
halbtot bijvoeglijk naamwoord
-
hundemüde bijvoeglijk naamwoord
-
abgemattet bijvoeglijk naamwoord
-
ohnmächtig bijvoeglijk naamwoord
-
ermattet bijvoeglijk naamwoord
-
-
slutkörd (uttröttad; slut)