Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skrik:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skrik (Zweeds) in het Duits

skrik:

skrik [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. skrik
    der Schrei; der Ruf; der Ausruf
    • Schrei [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ruf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausruf [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. skrik
    der Brüller; der Irrtum; der Fehler; der Schnitzer
    • Brüller [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Irrtum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fehler [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schnitzer [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. skrik (vrål; tjut)
    der Windstöße

Vertaal Matrix voor skrik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausruf skrik interjektion; kunggörelse; proklamation; tillkännagivande; upprop; utrop
Brüller skrik
Fehler skrik Error; bkunder; blunder; bugg; defekt; dumhet; fel; felsteg; maskindefekt; miss; misslyckande; misstag; synd; trasigt
Irrtum skrik bkunder; blunder; dumhet; fel; felsteg; miss; misstag; synd; trasigt
Ruf skrik anseende; fågelsång; gott rykte; inkallelse; kallelse; lockrop; pliktsamtal; reputation; rop; rykte; sammankallande; upprop; vara märkesmedveten
Schnitzer skrik blunder; dumhet; fel; felsteg; misstag; oriktighet; trasigt; träskärare; träsnidare
Schrei skrik anseende; fågelsång; inkallelse; kallelse; lockrop; reputation; rop; rykte; sammankallande; upprop
Windstöße skrik; tjut; vrål vindbyar; vindstötar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fehler misslyckad

Synoniemen voor "skrik":


Wiktionary: skrik


Cross Translation:
FromToVia
skrik Schrei cry — shout or scream
skrik Schrei; Kreischen squeal — a high-pitched sound, as a scream of a child, or noisy worn-down brake pads
skrik Aufschrei crison perçant ou puissant émis par la voix d'un être humain ou d’un animal.

Verwante vertalingen van skrik