Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skida:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skida (Zweeds) in het Duits

skida:

skida [-en] zelfstandig naamwoord

  1. skida (vagina; slida)
    die Scheide; die Vagina
    • Scheide [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vagina [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. skida
    der Ski
    • Ski [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skida:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Scheide skida; slida; vagina
Ski skida
Vagina skida; slida; vagina

Synoniemen voor "skida":


Wiktionary: skida

skida
noun
  1. Gleitgerät zur Fortbewegung im Schnee oder Wasser
  2. längliche Schale, in der die Früchte enthalten sind, z.B. von Bohnen oder Erbsen

Cross Translation:
FromToVia
skida Schote pod — seed case
skida Scheide scabbard — the sheath of a sword
skida Scheide sheath — scabbard
skida Ski; Schi ski — one of a pair of long flat runners designed for gliding over snow
skida Ski laufen ski — to move on skis

Verwante vertalingen van skida