Skelett in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

skelett:
- Knochen; Skelett; Gebeine; Knochenbau; Gerüst; Gerippe; Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Rahmen; Gestell; dürres Geschöpf
Wiktionary:
- skelett → Skelett, Gerippe
- skelett → Skelett, Gerippe

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skelett (Zweeds) in het Duits

skelett (ben; benknota)
die Knochen; Skelett; die Gebeine; der Knochenbau; Gerüst; Gerippe
- Knochen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Skelett [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gebeine [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knochenbau [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gerüst [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gerippe [das ~] zelfstandig naamwoord
skelett (stomme; skal; chassi; ram)
Chassis; Fahrgestell; der Fensterrahmen; der Rahmen; Gerüst; Gestell
- Chassis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fahrgestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fensterrahmen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rahmen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gerüst [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
skelett (stomme; ram; infattning)
Gestell; Gerippe
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gerippe [das ~] zelfstandig naamwoord
skelett (stomme; resning; konstruktion)
der Rahmen; Gestell; Gerüst; Gerippe
- Rahmen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gerüst [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gerippe [das ~] zelfstandig naamwoord
skelett (skranglig varelse)
dürres Geschöpf
- dürres Geschöpf [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Chassis	chassi; ram; skal; skelett; stomme	chassis
Fahrgestell	chassi; ram; skal; skelett; stomme	chassis; kaross; landställ
Fensterrahmen	chassi; ram; skal; skelett; stomme	fönsterkarm; fönsterram
Gebeine	ben; benknota; skelett	ben; benlem; benstommen; lem; skelet
Gerippe	ben; benknota; infattning; konstruktion; ram; resning; skelett; stomme	benstommen; skelet
Gerüst	ben; benknota; chassi; konstruktion; ram; resning; skal; skelett; stomme	central idé; central tanke; flygplanskropp; grundtanke; ställ; ställning
Gestell	chassi; infattning; konstruktion; ram; resning; skal; skelett; stomme	bagagehylla; chassis; diskställ; glasögon båge; hylsa; hållare; kaross; lampsockel; stativ; ställ; ställning; stöd; stötta; torkställ; trefot; trefotsstativ; tripod
Knochen	ben; benknota; skelett	ben; benlem; knoge; ledknota; lem
Knochenbau	ben; benknota; skelett	benstommen; skelet
Rahmen	chassi; konstruktion; ram; resning; skal; skelett; stomme	inramning; inramnings arbete; kantlinje; ram
Skelett	ben; benknota; skelett	benstommen; skelet
dürres Geschöpf	skelett; skranglig varelse

skelett

noun

Anatomie: Gerippe, den Körper eines Organismus stützendes Gerüst, meist aus Knochen, Knorpel oder Chitin
- Skelett → skelett
Grundstruktur eines sprachlichen oder künstlerischen Produkts
- Gerippe → ramverk; stomme; struktur; skelett
zentrale Bauteile einer technischen Konstruktion
- Gerippe → ramverk; stomme; struktur; skelett
Skelett, Knochengerüst, die festen, tragenden Teile eines Körpers
- Gerippe → skelett

Cross Translation:

From	To	Via
• skelett	→ Skelett; Gerippe	↔ skeleton — system that provides support to an organism
• skelett	→ Gerippe; Skelett	↔ squelette — anatomie\|fr Ensemble des os d’un organisme vertébré.