Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skatter:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skatter (Zweeds) in het Duits

skatter:

skatter zelfstandig naamwoord

  1. skatter (skatt; taxering)
    die Steuer; die Taxe; die Gebühr; die Abgabe
    • Steuer [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Taxe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebühr [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Abgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. skatter
    der Schatzmeister; der Stadtkämmerer

Vertaal Matrix voor skatter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abgabe skatt; skatter; taxering dos; dosis; överlämning
Gebühr skatt; skatter; taxering arvode; avgift; prislista
Schatzmeister skatter skattmästare
Stadtkämmerer skatter
Steuer skatt; skatter; taxering arvode; avgift; ratt; skatt; skattekontor; styranordning; styrhjul; styrspak
Taxe skatt; skatter; taxering arvode; avgift; fastställd avgift; taxeringsvärde