Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- skarp:
-
Wiktionary:
- skarp → scharf
- skarp → scharf, stechend, würzig, grell, herb, beißend, heftig, hart, rau, streng, sauer, schrill, gellend, akut, hitzig, plötzlich auftretend, spitz, spitzwinkelig, grelltönend, durchdringend, spitzfindig, subtil, geistreich, sinnreich, witzig, gewürzt, bitter
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor skarp (Zweeds) in het Duits
skarp:
-
skarp (skarpt; intensivt; vass; vasst)
-
skarp (skarpt)
scharf; kantig; schneidend; eckig-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
kantig bijvoeglijk naamwoord
-
schneidend bijvoeglijk naamwoord
-
eckig bijvoeglijk naamwoord
-
-
skarp (skarpt)
scharfäugig-
scharfäugig bijvoeglijk naamwoord
-
-
skarp (skarpt; spetsigt)
-
skarp (skarpt; piggt; retandet; pigg)
-
skarp (skarpt; skärande; spetsigt)
-
skarp (stimulerande smak)
pikant; prikelnder Geschmack; scharf-
pikant bijvoeglijk naamwoord
-
prikelnder Geschmack bijvoeglijk naamwoord
-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
-
skarp (genomträngande; skarpt; gällt)
scharf klingend-
scharf klingend bijvoeglijk naamwoord
-
-
skarp (skarpeggad; skarpt; vasst; skarpeggat)
zugespitzt-
zugespitzt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor skarp:
Synoniemen voor "skarp":
Wiktionary: skarp
skarp
Cross Translation:
Cross Translation: