Skakning in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

skakning:
- Zuckung; Gliederzucken; Zusammenziehung; Erschütterung; Stoß; Ruck; erschütternde Bewegung; Achselzucken; Tremor; Zittern; Stoßen
- zuckend
Wiktionary:
- skakning → Konkussion
- skakning → Schütteln, Zittern

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skakning (Zweeds) in het Duits

skakning (kramp)
die Zuckung; Gliederzucken; die Zusammenziehung
- Zuckung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gliederzucken [das ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenziehung [die ~] zelfstandig naamwoord
skakning (darrning)
die Erschütterung
- Erschütterung [die ~] zelfstandig naamwoord
skakning
der Stoß; der Ruck; die erschütternde Bewegung
- Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ruck [der ~] zelfstandig naamwoord
- erschütternde Bewegung [die ~] zelfstandig naamwoord
skakning (axelskakning)
Achselzucken
- Achselzucken [das ~] zelfstandig naamwoord
skakning (skälvning; rysning)
der Tremor; Zittern
- Tremor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zittern [das ~] zelfstandig naamwoord
skakning (stöt)
Stoßen
- Stoßen [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Achselzucken	axelskakning; skakning
Erschütterung	darrning; skakning	bävande; darrande; darrning; desperation; skakande; vibration
Gliederzucken	kramp; skakning
Ruck	skakning	drag; ryck; ryckning; tag
Stoß	skakning	ansamling; bump; dunk; duns; hög; klapp; lätt knuff; meningskiljaktlighet; misshällighet; motsättning; njutning; nöje; simtag; slag; slag med öppen hand; smäll; spark; stöt; stöta ihop med; trave; törn
Stoßen	skakning; stöt	stötande
Tremor	rysning; skakning; skälvning
Zittern	rysning; skakning; skälvning	darrning; rysning; skälvning
Zuckung	kramp; skakning
Zusammenziehung	kramp; skakning	sammandragning
erschütternde Bewegung	skakning
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zuckend	skakning

skakning

noun

Medizin: Erschütterung eines Organs, beispielsweise des Gehirns oder Rückenmarks
- Konkussion → hjärnskakning; skakning; stöt
fachsprachlich: Erschütterung
- Konkussion → skakning; stöt

Cross Translation:

From	To	Via
• skakning	→ Schütteln	↔ shake — act of shaking
• skakning	→ Zittern	↔ tremor — shake, quiver, or vibration