Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. serve:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor serve (Zweeds) in het Duits

serve:

serve [-en] zelfstandig naamwoord

  1. serve
    der Aufschlag

Vertaal Matrix voor serve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufschlag serve bonus; löneförhöjning; pålägg; skattetillägg; slag; slag på kavaj o dyl; överkostnad

Wiktionary: serve

serve
noun
  1. Sport: eröffnender Schlag bei Ballspielen
  2. Ballspiel: der erste Schlag, der den Ball ins Spiel bringt