Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal semester

Vertaal semester van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

semester:
- Festtage; Urlaub
Wiktionary:
- semester → Urlaub, Ferien
- semester → Ferien, Urlaub, Entlassung, Semester

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor semester (Zweeds) in het Duits

semester:

semester [-en] zelfstandig naamwoord

semester (ferier; lov)
die Festtage
- Festtage [die ~] zelfstandig naamwoord
semester
der Urlaub
- Urlaub [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor semester:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Festtage	ferier; lov; semester
Urlaub	semester	ledig dag; lov; skolledighet; skollov; studiedag

Synoniemen voor "semester":

ledighet; ferier

Wiktionary: semester

semester

noun

kurz für: eine während des Urlaubs^[1] unternommene Reise
- Urlaub → semester
die vom Arbeitgeber dem abhängig Beschäftigten oder Dienstherrn dem Unterstellten gewährte Freizeit in Höhe von einem oder meist mehreren Werktagen
- Urlaub → semester
Urlaub^[2]
- Ferien → semester
schulfrei oder arbeitsfrei oder semesterfreie Zeit einer staatlichen Institution, ausgenommen die Wochenenden und Feiertage
- Ferien → ledighet; semester; lov; ferie

Cross Translation:

From	To	Via
• semester	→ Ferien; Urlaub	↔ holiday — period taken off work or study for travel
• semester	→ Ferien; Urlaub	↔ vacation — holiday, period of leisure time
• semester	→ Entlassung; Ferien	↔ congé — permission d’aller, de venir, de s’absenter, de se retirer.
• semester	→ Semester	↔ semestre — espace de temps de six mois consécutifs

Verwante vertalingen van semester