Zweeds
Uitgebreide vertaling voor sarkastisk (Zweeds) in het Duits
sarkastisk:
-
sarkastisk (sarkastiskt)
sarkastisch; schneidend; stoppelig; scharf; anzüglich; ätzend; bissig; gehässig; stachlig; beißend-
sarkastisch bijvoeglijk naamwoord
-
schneidend bijvoeglijk naamwoord
-
stoppelig bijvoeglijk naamwoord
-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
anzüglich bijvoeglijk naamwoord
-
ätzend bijvoeglijk naamwoord
-
bissig bijvoeglijk naamwoord
-
gehässig bijvoeglijk naamwoord
-
stachlig bijvoeglijk naamwoord
-
beißend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor sarkastisk:
Synoniemen voor "sarkastisk":
Wiktionary: sarkastisk
sarkastisk
adjective
-
verletzend spöttisch, voller Hohn
Computer vertaling door derden: