Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. samma:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor samma (Zweeds) in het Duits

samma:

samma bijvoeglijk naamwoord

  1. samma
    selbe; selbst
    • selbe bijvoeglijk naamwoord
    • selbst bijvoeglijk naamwoord

samma zelfstandig naamwoord

  1. samma (lika)
    Gleiche; Gegenstück
  2. samma
    der Gleiche
    • Gleiche [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. samma
    das Gleiche; Dasselbe

Vertaal Matrix voor samma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dasselbe samma
Gegenstück lika; samma antites; det motsatta; motbild; motpol; motsats; motstycke; pendang
Gleiche lika; samma
das Gleiche samma
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
selbe samma
selbst samma

Synoniemen voor "samma":


Wiktionary: samma

samma
adjective
  1. veraltet: derselbe, die-, dasselbe

Cross Translation:
FromToVia
samma selbe; derselbe same — not different as regards self; identical
samma gleich same — similar, alike
samma derselbe same — the identical thing
samma derselbe; gleich; selbst même — Qui n’est pas autre, qui n’est point différent. — note Dans ce sens, il est placé devant un nom et s’emploie généralement avec l’article défini ou l’article indéfini.

Verwante vertalingen van samma