Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rumpa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rumpa (Zweeds) in het Duits

rumpa:

rumpa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. rumpa (baksida; stjärt)
    der Arsch; Gesäß; der Hintern
    • Arsch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gesäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hintern [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rumpa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arsch baksida; rumpa; stjärt analöppning; anus; avslutning; slut; slutkläm; slutstycke
Gesäß baksida; rumpa; stjärt
Hintern baksida; rumpa; stjärt analöppning; anus; avslutning; slut; slutkläm; slutstycke

Synoniemen voor "rumpa":


Wiktionary: rumpa

rumpa
noun
  1. Anatomie: ein nur bei Menschen und ansatzweise bei Affen ausgeprägtes Körperteil am unteren Rumpfende

Cross Translation:
FromToVia
rumpa Arsch; Gesäß; Po butt — buttocks
rumpa Gesäß rump — the buttocks