Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rad (Zweeds) in het Duits

rad:

rad [-en] zelfstandig naamwoord

  1. rad (kedja; följd; sekvens)
    die Reihe; die Serie; die Kette; die Reihenfolge; die Folge; die Verkettung; die Aneinanderreihung; die Abfolge; die Erkettung
  2. rad (följd; serie; ordning)
    die Reihe; die Aufeinanderfolge; die Reihenfolge
  3. rad
    die Serie; die Reihe; der Zyklus; die Folge
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zyklus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Folge [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. rad
    die Reihe; die Schlange
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. rad
    die Zeile
    • Zeile [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. rad (serier)
    die Serien; die Reihen
    • Serien [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihen [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. rad (fil)
    der Stau; die Reihe; die Schlange; die Kolonne; die Kette; die Serie; die Stauung; die Stockung
    • Stau [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kolonne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stauung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stockung [die ~] zelfstandig naamwoord
  8. rad (räcka; led)
    die Linie; die Zeile; die Reihe; die Schlange; die Leine; die Kette; die Serie
    • Linie [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zeile [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Serie [die ~] zelfstandig naamwoord
  9. rad (följd; serie)
    der Sätze; die Reihen; die Aneinanderreihungen
  10. rad (led; länga)
    die Reihe
    • Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord
  11. rad (ordningsföljd; serie)
    die Nachfolge; die Erbfolge; die Sukzession; die Aufeinanderfolge; die Folge; die Reihe; die Reihenfolge
  12. rad (ordningsföljd; serie)
    die Sequenz
    • Sequenz [die ~] zelfstandig naamwoord
  13. rad (linje)
    die Kahnfahrt

Vertaal Matrix voor rad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abfolge följd; kedja; rad; sekvens
Aneinanderreihung följd; kedja; rad; sekvens följd; kedja; lägga till; räcka; sekvens; serie; sträng; summa
Aneinanderreihungen följd; rad; serie
Aufeinanderfolge följd; ordning; ordningsföljd; rad; serie byggnad; konstruktion
Erbfolge ordningsföljd; rad; serie följande
Erkettung följd; kedja; rad; sekvens
Folge följd; kedja; ordningsföljd; rad; sekvens; serie avkastning; avsnitt; cyclus; episod; följd; förföljning; hov; kapitel; kedja; konsekvens; kungligt hushåll; resultat; sekvens; serie; sträng; upplaga; utföra; utgåva
Kahnfahrt linje; rad
Kette fil; följd; kedja; led; rad; räcka; sekvens halsband; halskedja; kastning; kedja; ränning; sekvens; serie; sträng; varptross
Kolonne fil; rad storstag; stöttepelare
Leine led; rad; räcka gördel; halsband; hundhalsband; höfthållare; koppel; lina; rep; rynka; snöre; tygel
Linie led; rad; räcka första slaget; linje; rand; rivsår; skrapmärke; streck
Nachfolge ordningsföljd; rad; serie
Reihe fil; följd; kedja; led; länga; ordning; ordningsföljd; rad; räcka; sekvens; serie cyclus; följd; förföljning; kedja; knippa; remsa; räcka; sekvens; serie; strimma; sträng
Reihen följd; rad; serie; serier
Reihenfolge följd; kedja; ordning; ordningsföljd; rad; sekvens; serie Z-ordning; kedja; klassificera; sekvens; serie; sträng; z-ordning
Schlange fil; led; rad; räcka bedragerska; bov; falsk slyna; fnask; hora; hynda; häxa; kärringjävel; luder; mark orm; orm; satkäring; skurk; subba; usling; vatten orm
Sequenz ordningsföljd; rad; serie cyclus; filmsekvens; följd; förföljning; sekvens
Serie fil; följd; kedja; led; rad; räcka; sekvens cyclus; följd; förföljning; kedja; räcka; sekvens; serie; sträng; upprepning; upprepningsmönster; Återkommande
Serien rad; serier
Stau fil; rad blockering; förstoppning; stopp; trafikstockning
Stauung fil; rad förstoppning; stagnation; stagnerande; stuvning; trafikkaos; trafikstockning; upståndelse
Stockung fil; rad hindrande; misslyckande; obstruktion; sammanbrott; stagnation; stockning; stopp; trafikkaos; trafikstockning; upståndelse
Sukzession ordningsföljd; rad; serie
Sätze följd; rad; serie bottensätningar; hopp; hypoteser; kompositioner; omgångar; priser; satser; serier; sprong
Verkettung följd; kedja; rad; sekvens halsband; halskedja; kedja; krets; kretsgång; omkrets; omlopp; rond; rutt; sekvens; serie; sträng; varv
Zeile led; rad; räcka linje; post; rynka
Zyklus rad cirkel; cyclus; cykel; cykliskt förlopp; förföljning; kretslopp; skara; societet; sällskap
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zyklus Cyklisk

Synoniemen voor "rad":


Wiktionary: rad

rad
noun
  1. Typografie, Satz- und Druckwesen: Bei einer Schrift mit horizontaler Schreibrichtung alle nebeneinander stehenden Wörter und Zeichen zusammen
  2. allgemein: horizontale Aneinanderreihung gleichartiger Objekte, etwa die in Links-rechts-Richtung liegenden Einteilungen von Text oder Daten
  3. etwas geradlinig Angeordnetes
  4. Zeile einer Tabelle, Matrix oder ähnlicher rechteckiger Schemata
  5. geradliniger Verlauf von etwas

Cross Translation:
FromToVia
rad Zeile line — single horizontal row of text on a screen, printed paper, etc.
rad Reihe rank — One of the horizontal lines of squares on a chessboard
rad Reihe row — line of objects
rad Zeile row — in a table
rad Reihe; Kette; Reihenfolge; Tour rangée — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van rad