Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. planka:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor planka (Zweeds) in het Duits

planka:

planka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. planka (hylla; bräda)
    Brett
    • Brett [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor planka:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brett bräda; hylla; planka flygblad; hylla; reklamlapp; vägghylla

Synoniemen voor "planka":


Wiktionary: planka

planka
verb
  1. ein billiges Plagiat beziehungsweise eine Kopie erstellen
noun
  1. Singular selten gebräuchlich: ein langes, schmales, 12 bis 35 Millimeter starkes hölzernes Brett, welches als Fußbodenbelag und als Verschalung dientLit-Adolphs: Wörterbuch der deutschen Sprache|J=2005, Seite 331.
  2. vierkantiges, sehr starkes, breites Brett

Cross Translation:
FromToVia
planka Planke plank — long, broad and thick piece of timber