Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pastoral:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pastoral (Zweeds) in het Duits

pastoral:

pastoral bijvoeglijk naamwoord

  1. pastoral (pastoralt)
    geistlich; pastoral

Vertaal Matrix voor pastoral:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geistlich pastoral; pastoralt andligt; andäktig; andäktigt; from; fromt; gudfruktigt; kyrkbesökare; kyrkligt; psykiskt; religiös; religiöst; själisk; själiskt
pastoral pastoral; pastoralt bukolisk; bukoliskt; grovhuggen; grovhugget; herde-; lantligt; okonstlad; okonstlat; pastoralt; pastroral; pastroralt; rustikt

Wiktionary: pastoral

pastoral
adjective
  1. in der Art eines Pastors, den Pastoren, sein Amt, seine Tätigkeit betreffend
  2. feierlich, würdig
  3. ländlich, idyllisch
noun
  1. Musik: ländlich anmutendes Singspiel, das im Umfeld der Schäferei spielt