Zweeds
Uitgebreide vertaling voor normalt (Zweeds) in het Duits
normalt:
-
normalt (vanlig; vanligt; typiskt; regelrätt)
gewöhnlich; üblich; gangbar; gebräuchlich; alltäglich; gemein; gängig-
gewöhnlich bijvoeglijk naamwoord
-
üblich bijvoeglijk naamwoord
-
gangbar bijvoeglijk naamwoord
-
gebräuchlich bijvoeglijk naamwoord
-
alltäglich bijvoeglijk naamwoord
-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
gängig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor normalt:
Synoniemen voor "normalt":
Wiktionary: normalt
normalt
adverb
-
unter normalen Umständen
Computer vertaling door derden: