Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nöd (Zweeds) in het Duits

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nöd (brist; armod; obestånd)
    die Hilfsbedürftigkeit

Vertaal Matrix voor nöd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hilfsbedürftigkeit armod; brist; nöd; obestånd armod; behövande; desperation; försakelse; hjälp; hjälplöshet; kris; nödsituation; nödvändigt; torftighet; umbärande

Synoniemen voor "nöd":


Wiktionary: nöd

nöd
Cross Translation:
FromToVia
nöd ein Freund in der Not ist ein Freund in der Tat a friend in need is a friend indeed — someone who helps is a real friend
nöd Notfall; Notlage; Notstand emergency — situation requiring urgent assistance

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van nöd