Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
- munter:
-
Wiktionary:
- munter → munter, heiter, fröhlich, frohgemut, fidel
- munter → witzig, spaßig, scherzhaft, fröhlich, optimistisch
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor munter (Zweeds) in het Duits
munter:
-
munter (muntert)
fröhlich; heiter; lustig; begeistert; munter; ausgelassen-
fröhlich bijvoeglijk naamwoord
-
heiter bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
begeistert bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
ausgelassen bijvoeglijk naamwoord
-
-
munter (skojfrisk; skälmaktigt; uppslupet; lustig; muntert; lustigt; skojfriskt)
verschmitzt; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; komisch-
verschmitzt bijvoeglijk naamwoord
-
schalkhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schelmisch bijvoeglijk naamwoord
-
spaßhaft bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
munter (lättsamt; muntert; glättigt; lättsam)
-
munter (glatt; lyckligt; gladlynt; lycklig; muntert)
fröhlich; gutgelaunt; wohlgemut; froh; heiter-
fröhlich bijvoeglijk naamwoord
-
gutgelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
wohlgemut bijvoeglijk naamwoord
-
froh bijvoeglijk naamwoord
-
heiter bijvoeglijk naamwoord
-
-
munter
die Munterkeit
Vertaal Matrix voor munter:
Synoniemen voor "munter":
Wiktionary: munter
munter
Cross Translation:
adjective
-
fröhlich und aktiv
-
eine gute Stimmung oder gute Laune betreffend, lustig, humorvoll
-
lustig, ausgelassen
-
froh gelaunt, mit frohem Mut, beschwingt
-
in bester Laune
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• munter | → witzig; spaßig; scherzhaft | ↔ jocular — humorous, amusing, joking |
• munter | → fröhlich | ↔ merry — Jolly and full of high-spirits |
• munter | → fröhlich; optimistisch | ↔ upbeat — Having a positive, lively, or perky tone, attitude, etc. |