Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. manick:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor manick (Zweeds) in het Duits

manick:

manick [-en] zelfstandig naamwoord

  1. manick (grej; apparat; pryl)
    die Neuigkeit; der Modeartikel
  2. manick (grej; pryl)
    der Nippes; die Nippsache
    • Nippes [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Nippsache [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Modeartikel apparat; grej; manick; pryl
Neuigkeit apparat; grej; manick; pryl budskap; nyheter; nyhetsrapport; nymodighet; tidender
Nippes grej; manick; pryl billiga smycken; kiselsten; smycken; småsten; utsmyckning
Nippsache grej; manick; pryl billiga smycken; kiselsten; liten sak; obetydlighet; smula; smycken; småsten; utsmyckning

Synoniemen voor "manick":


Wiktionary: manick


Cross Translation:
FromToVia
manick Dingsda; Dingsbums doohickey — a thing