Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ljud:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ljud (Zweeds) in het Duits

ljud:

ljud [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. ljud
    die Klangen; die Geräuschen; die Lauten
  2. ljud
    audio
    • audio bijvoeglijk naamwoord
  3. ljud (intonation; tonhöjd; ton; klang; timbre)
    der Klang; der Laut; der Ton
    • Klang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Laut [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ton [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. ljud (ljudfil)

Vertaal Matrix voor ljud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geräuschen ljud
Klang intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd musikaliskt nottecken; not; ton
Klangen ljud
Laut intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd
Lauten ljud
Ton intonation; klang; ljud; timbre; ton; tonhöjd lera; lerjord; musikaliskt nottecken; not; prolog; ton; tonhöjd
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
audio ljud
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Audiodatei ljud; ljudfil ljudfil

Synoniemen voor "ljud":

  • läte

Wiktionary: ljud

ljud
noun
  1. -
  2. alle möglichen Geräusche, Klänge und Töne
  3. ein Geräusch, das durch die menschliche oder tierische Stimme hervorgerufen wird
  4. Linguistik: Laut [1] als Teil einer Sprache; Sprachlaut
  5. kein Plural: die Art wie etwas klingt
  6. Musik: Ton oder Geräusch, als musikalisch empfunden
  7. Musik: mehrere gleichzeitig erklingende, sich überlagernde Töne
  8. akustisch wahrnehmbarer, unspezifischer Vorgang; hörbares Ereignis

Cross Translation:
FromToVia
ljud Laut; Klang klank — in het algemeen wordt hiermee het totaal aan eigenschappen van een geluid aangeduid
ljud Klang; Schall; Laut sound — sensation perceived by the ear
ljud Schall sound — vibration capable of causing this
ljud Hall; Klang; Laut; Schall; Ton son — Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.

Verwante vertalingen van ljud