Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal last

Vertaal last van Zweeds naar Duits

Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. last:
  2. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor last (Zweeds) in het Duits

last:

last [-en] zelfstandig naamwoord

  1. last (frakt; gods)
    die Ladung; die Beladung; Frachtgut
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. last (åkomma; brist; krämpa)
    der Übel; die Krankheit; Leiden
    • Übel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krankheit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Leiden [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. last
    die Ladungen; die Transporte
  4. last
    die Ladung
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. last (synd)
    der Schraubstock; der Klemmblock
  6. last (fraktgods; frakt; gods)
    die Fracht; Frachtgut; die Ladung; Gut
    • Fracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gut [das ~] zelfstandig naamwoord
  7. last (skeppslast; transport; sändning; inskeppning)
    die Verladung; die Einschiffung; die Verschiffung; Einladen
  8. last (börda)
    die Last; die Bürde; die Schwere; Gewicht; Kreuz
    • Last [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bürde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schwere [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewicht [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kreuz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor last:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Beladung frakt; gods; last belastning; frakt
Bürde börda; last börda; form som ett kors
Einladen inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport
Einschiffung inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport lastning; skeppslast; transport
Fracht frakt; fraktgods; gods; last belastning; frakt; fraktsats
Frachtgut frakt; fraktgods; gods; last belastning; frakt
Gewicht börda; last betydelse; innebörd; mening; tyngd; vikt
Gut frakt; fraktgods; gods; last area; fast egendom; fastighet; kringbyggd gård; kringbyggd gård vid bondgård; yta
Klemmblock last; synd fästblok; klämmblok
Krankheit brist; krämpa; last; åkomma besvär; klagomål; krämpa; sjukdom
Kreuz börda; last form som ett kors; klöver; kors; kors teken; kryss; skrev
Ladung frakt; fraktgods; gods; last belastning; betalning; elektisk spänning; elektrisk laddning; frakt; kallelse; kärrlass; vagnslass
Ladungen last bördor; laster
Last börda; last belastning; börda; bördor; form som ett kors; frakt; laster; orosmakeri; orosstiftning; svårighet; upplaga
Leiden brist; krämpa; last; åkomma besvär; klagomål; krämpa; lidande; sjukdom
Schraubstock last; synd skruvstäd
Schwere börda; last allvar; allvarlighet; tyngd; vikt
Transporte last
Verladung inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport lastning; skeppslast; transport
Verschiffung inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport sjöfart; transport
Übel brist; krämpa; last; åkomma defekt; fel; klagomål; olägenhet; ont ställe; oordning; oreda; sjukdom; sår

Synoniemen voor "last":


Wiktionary: last

last
noun
  1. eine schlechte Angewohnheit
  2. Mechanik: Kraft, die auf eine sich im Betrieb befindende Maschine wirkt
  3. Elektrotechnik: elektrischer Widerstand, elektrischer Verbraucher
  4. psychischer Druck, beschwerlicher Umstand
  5. Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt
  6. Transportwirtschaft: Last, die auf ein Transportmittel gebracht wird
Cross Translation:
FromToVia
• last → Last ↔ charge — load or burden
• last → Laster; Lasterhaftigkeit ↔ vice — bad habit

Verwante vertalingen van last







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0434 seconde
Page rendered in 1.0 seconds