Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. krubba:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor krubba (Zweeds) in het Duits

krubba:

krubba [-en] zelfstandig naamwoord

  1. krubba
    die Krippe
    • Krippe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. krubba
    der Kuhstall
    • Kuhstall [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. krubba (julkrubba)
    der Christstall

Vertaal Matrix voor krubba:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Christstall julkrubba; krubba
Krippe krubba barnkrubba; daghem; vagga
Kuhstall krubba

Synoniemen voor "krubba":


Wiktionary: krubba

krubba
noun
  1. Landwirtschaft, Forstwirtschaft: der Futtertrog, die Futterrinne, eine überdachte Futterstelle
  2. Volkskunst, kurz für: Weihnachtskrippe, die Darstellung der Geburt Christi aus der Weihnachtsgeschichte der Bibel
  3. (umgangssprachlich) Kinderkrippe, eine Einrichtung zur Unterbringung für Kleinkinder

Cross Translation:
FromToVia
krubba mampfen; fressen; sich vollpfropfen bouffer — Manger