Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kontur:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kontur (Zweeds) in het Duits

kontur:

kontur [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kontur (ytterlinje)
    die Kontur; der Umriß; der Umkreis
    • Kontur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Umriß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Umkreis [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. kontur
    die Form; die Kontur; der Umriß
    • Form [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kontur [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Umriß [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. kontur
    der Umriß; die Kontur
    • Umriß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kontur [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. kontur (skiss)
    die Zeichnung; Abzeichnen

Vertaal Matrix voor kontur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abzeichnen kontur; skiss signaturer; utstickande
Form kontur figur; form; formbräde; gestalt; gips; individ; kondition; person; schablon; silhouette; skapnad; stencil; typ; vara i bra form
Kontur kontur; ytterlinje
Umkreis kontur; ytterlinje distrikt; grannskap; närhet; område; region; territorium; zon
Umriß kontur; ytterlinje kladd; skildring; skiss; utkast; översikt
Zeichnung kontur; skiss design; formgivning; kladd; registration; reservation; ritning; skildring; skiss; teckning; utkast; översikt

Synoniemen voor "kontur":


Wiktionary: kontur

kontur
noun
  1. meist Plural, auch übertragen: ein durch Kontrast oder meist Linien erzielter Umriss eines Körpers

Cross Translation:
FromToVia
kontur Umriss; Kontur outline — line marking the boundary of an object figure
kontur Kontur contourlimite externe de la surface d’un corps, surtout en parlant des objets arrondis.