Knut in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

knut:
- Laufknoten; Schlinge; Wickel; Knäuel; strenges Garn; Strähne; Knötchen; Dutt; Haarknoten; Knoten
Wiktionary:
- knut → Nodium, Ecke, Knoten
- knut → Knoten, Dutt

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor knut (Zweeds) in het Duits

knut
der Laufknoten; die Schlinge
- Laufknoten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlinge [die ~] zelfstandig naamwoord
knut
der Wickel; der Knäuel; strenges Garn
- Wickel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Knäuel [der ~] zelfstandig naamwoord
- strenges Garn [das ~] zelfstandig naamwoord
knut (hårknut)
die Strähne; Knötchen; der Knäuel; der Dutt; der Haarknoten; der Knoten
- Strähne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knötchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Knäuel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dutt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Haarknoten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dutt	hårknut; knut	hårknut
Haarknoten	hårknut; knut	hårknut; hårknutar
Knoten	hårknut; knut	hårknut; nod; tumör
Knäuel	hårknut; knut	nystan
Knötchen	hårknut; knut
Laufknoten	knut
Schlinge	knut	bandage; böjelse; lapp; mitella; märke; omslag; perversion
Strähne	hårknut; knut	hårlock; lock
Wickel	knut	bandage; binda; bindel
strenges Garn	knut

knut

Botanik: Punkte an der Sprossachse einer Pflanze, an der es die Möglichkeit gibt, dass sich die Laubblätter einer Pflanze abzweigen
- Nodium → led; knut; nod

noun

Mathematik: Objekt der Graphentheorie, an dem eine oder mehrere Kanten ansetzen
- Knoten → knut
Bauwesen: die Verbindungsstelle von Stäben oder Elementen in der (Bau)statik
- Knoten → knut
Botanik: Ansatzstelle der Blatt an der Sprossachse, meist verdickt
- Knoten → nod; knopp; knut
fest verschlungener Teil eines Fadens oder Seils
- Knoten → knop; knut
zu einem Knoten geflochtenes Haar am Hinterkopf
- Dutt → knut; hårknut

Cross Translation:

From	To	Via
• knut	→ Ecke	↔ angle — corner where two walls intersect
• knut	→ Knoten	↔ knot — mathematics closed curve
• knut	→ Knoten	↔ knot — tangled clump
• knut	→ Knoten	↔ knot — looping