Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. klientel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klientel (Zweeds) in het Duits

klientel:

klientel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. klientel (kundkrets)
    der Kundenkreis; die Kundschaft
  2. klientel (kundkrets)
    die Klientel; der Kundenkreis; die Gäste; die Kundschaft

Vertaal Matrix voor klientel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gäste klientel; kundkrets besökare; gäst; nattgäst; övernattningsgäst
Klientel klientel; kundkrets besökare
Kundenkreis klientel; kundkrets besökare
Kundschaft klientel; kundkrets besökare; kunder

Wiktionary: klientel

klientel
noun
  1. Gesamtheit der Klienten