Klåpare in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

klåpare:
- Pfuscher; Stümper; Kurpfuscher; Scharlatan; Quacksalber; Schuster; Schmierer; Sudler; Panscher; Schieber; Schwindler; Schmierfink
Wiktionary:
- klåpare → Bönhase
- klåpare → Laie, Stümper, Amateur, Dilettant

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klåpare (Zweeds) in het Duits

klåpare (fuskare)
der Pfuscher; der Stümper; der Kurpfuscher; der Scharlatan; der Quacksalber
- Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kurpfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scharlatan [der ~] zelfstandig naamwoord
- Quacksalber [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (fuskare)
der Schuster; der Stümper; der Pfuscher
- Schuster [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (fuskare)
der Schmierer; der Sudler
- Schmierer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sudler [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (klantskalle)
der Pfuscher; der Stümper; der Panscher; der Sudler
- Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Panscher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sudler [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (hoplappare; lappskräddare)
der Stümper; der Pfuscher
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (skojare; fuskare)
der Schmierer
- Schmierer [der ~] zelfstandig naamwoord
klåpare (fuskmakare)
der Schieber; der Stümper; der Schwindler; der Schmierer; der Schmierfink; der Sudler
- Schieber [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stümper [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schwindler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schmierer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schmierfink [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sudler [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kurpfuscher	fuskare; klåpare	charlataner; gatuförsäljare; knalle; kvackare; kvacksalvare; skitsnack
Panscher	klantskalle; klåpare
Pfuscher	fuskare; hoplappare; klantskalle; klåpare; lappskräddare	gatuförsäljare; knalle
Quacksalber	fuskare; klåpare	charlataner; gatuförsäljare; häxdoktorer; knalle; kvackare; kvacksalvare; medicinmän; skitsnack
Scharlatan	fuskare; klåpare	gatuförsäljare; knalle; skitsnack
Schieber	fuskmakare; klåpare
Schmierer	fuskare; fuskmakare; kladdiga människor; kluddiga; klåpare; skojare	skamfläckar
Schmierfink	fuskmakare; klåpare	bov; kanalje; kräk; lymmel; skunk; skurk; skälm; usling; vrak; äcklig gubbe
Schuster	fuskare; klåpare	skomakare
Schwindler	fuskmakare; klåpare	bedragare; bedrägare; fifflare; fiolspelare; fuskare; liten lögnare; lögnare; missledare; skojare; skurk; spelman; svindlare
Stümper	fuskare; fuskmakare; hoplappare; klantskalle; klåpare; lappskräddare	dumskalle; dåre; gatuförsäljare; idiot; knalle; stackare; stackars jäkel !; stackars liten; stackars liten !
Sudler	fuskare; fuskmakare; klantskalle; klåpare	skamfläckar

klåpare

noun

norddeutsch: ein Handwerker, der in keiner Zunft ist; später übertragen: ein Stümper, ein Pfuscher
- Bönhase → klåpare; bönhas

Cross Translation:

From	To	Via
• klåpare	→ Laie; Stümper; Amateur; Dilettant	↔ dilettante — amateur