Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. karott:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor karott (Zweeds) in het Duits

karott:

karott [-en] zelfstandig naamwoord

  1. karott (gryta; skål; bunke)
    die Schale; die Schüssel; die Kaserole; der Stollen; Gefäß
    • Schale [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schüssel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kaserole [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stollen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefäß [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor karott:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gefäß bunke; gryta; karott; skål ask; dosa; emballage; förpackning; förvaringslåda; hölje; kartong; låda; matskål; omslag; pokal; skal; skål; tråg
Kaserole bunke; gryta; karott; skål
Schale bunke; gryta; karott; skål bark; matskål; skal; tallrik; tråg; ägg skal
Schüssel bunke; gryta; karott; skål fat; handkärra; hink; kummel; matskål; skottkärra; tallrik; tråg
Stollen bunke; gryta; karott; skål gruvgång

Wiktionary: karott

karott
noun
  1. rundliche Möhrensorte, die jung geerntet wird (Pariser Karotte)

Computer vertaling door derden: