Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kant (Zweeds) in het Duits

kant:

kant [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kant (fälj; rand)
    Rändchen; Eckchen
  2. kant
    der Eckstoß; die Ecke
    • Eckstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ecke [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. kant (marginal; spelrum)
    der Spielraum
  4. kant (sida; håll)
    die Seite; die Kante; der Rand
    • Seite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kante [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. kant (rand; skarp kant)
    die Seite; der Rand
    • Seite [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. kant (brädd; krage)
    die Verbrämung; die Borte; die Auflage; der Streifen; der Rand; die Leiste; die Kante; der Saum; die Tresse; die Krempe
    • Verbrämung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Borte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Auflage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Streifen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Leiste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kante [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Saum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Tresse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Krempe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auflage brädd; kant; krage dekoration; dekorering; klippning; ljudnivå; putsning; tryck; upplaga; utgåva; volym
Borte brädd; kant; krage band; bergkam; inramning; snodd; snöre; spets
Eckchen fälj; kant; rand avkrok; krypin; skrymsle; smyg; vrå
Ecke kant avkrok; gömställe; hake; hörn; krok; krypin; skrymsle; smyg; vrå
Eckstoß kant hake; krok
Kante brädd; håll; kant; krage; sida band; bergkam; inramnings arbete; snodd; snöre; spets
Krempe brädd; kant; krage band; bergkam; snodd; snöre; spets
Leiste brädd; kant; krage band; bord; inramning; inramnings arbete; ljumske; snodd; snöre; spets
Rand brädd; håll; kant; krage; rand; sida; skarp kant band; bergkam; inramning; marginal; sidmarginal; snodd; snöre; spets
Rändchen fälj; kant; rand sida
Saum brädd; kant; krage band; bergkam; snodd; snöre; spets; sömm
Seite håll; kant; rand; sida; skarp kant kurs; page; riktning; sida; webbsida
Spielraum kant; marginal; spelrum friheter; förehavande; kamp; match; spel; tävling
Streifen brädd; kant; krage band; film; filmrulle; klisterband; linjer; randmönster; remsor; ränder; snodd; snöre; spets; strimmor
Tresse brädd; kant; krage band; snodd; snöre; spets
Verbrämung brädd; kant; krage

Synoniemen voor "kant":


Wiktionary: kant

kant
noun
  1. die äußere Umhüllung verschiedener Lebensmittel, etwa beim Brot (Brotkruste) oder beim Käse (Käserinde)
  2. äußere Begrenzung eines Gegenstandes
  3. Lebensmittel: das Endstück des Brots (Synonym für niederdeutsch: der Kant oder der Kanten)
  4. Geometrie: die Schnittlinie zweier Flächen
  5. ursprünglich: scharfer Rand, daher auch der Besatz an Stoffen, Kleidern

Cross Translation:
FromToVia
kant Rand; Kante rim — edge around something
kant Flügel wing — fraction of a political movement
kant Seite; Flanke côtérégion des côtes, depuis l’aisselle jusqu’à la hanche.
kant Flanke; Seite flancchacune des parties latérales du corps de l’homme ou des animaux, qui est depuis le défaut des côtes jusqu’aux hanches.

Verwante vertalingen van kant