Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kabinett:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kabinett (Zweeds) in het Duits

kabinett:

kabinett [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. kabinett (statsråd; ministär)
    der Ministerrat; der Kabinettsrat
  2. kabinett (sidokammare)
    Kabinett
    • Kabinett [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kabinett:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kabinett kabinett; sidokammare badrumsskåp
Kabinettsrat kabinett; ministär; statsråd Kabinettsförande
Ministerrat kabinett; ministär; statsråd ministerråd

Synoniemen voor "kabinett":


Wiktionary: kabinett

kabinett
noun
  1. kleines Schrank, das kunstvoll mit Schnitzerei und Malerei verziert ist und viele Fächer zur Aufbewahrung von Schmuck, Briefen oder Kuriositäten hat
  2. Politik: Gesamtheit der Minister eines Staates unter Leitung des Ministerpräsidenten oder Kanzlers
  3. ein kleines Nebenzimmer, das zwischen zwei Zimmern liegt und keinen eigenen Ausgang hat
  4. kleines Nebenzimmer für Sammlungen spezieller Kunstobjekte

Verwante vertalingen van kabinett