Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kätting:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kätting (Zweeds) in het Duits

kätting:

kätting [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kätting (tross; tåg; kabel)
    Kabel; Schiffskabel
  2. kätting (tross; rep)
    Kabeltau; Tau; die Trosse
    • Kabeltau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Trosse [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kätting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kabel kabel; kätting; tross; tåg kabel; ledning; wire
Kabeltau kätting; rep; tross släpkabel
Schiffskabel kabel; kätting; tross; tåg
Tau kätting; rep; tross dagg; rep; släpkabel
Trosse kätting; rep; tross bogserbåt; trossa

Synoniemen voor "kätting":


Wiktionary: kätting

kätting
noun
  1. Textiltechnik: Gesamtheit der Faden, die bei der Herstellung eines Gewebe in Längsrichtung verlaufen.