Jurisdiktion in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

jurisdiktion:
- Gerichtsbarkeit; Gerichtsbezirk; juristisches Gebied; Gerichtsstand; Rechtsgebiet; Rechtsprechung; Gerechtigkeit; Jurisdiktion
Wiktionary:
- jurisdiktion → Jurisdiktion, Judikative

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor jurisdiktion (Zweeds) in het Duits

jurisdiktion
die Gerichtsbarkeit; der Gerichtsbezirk; juristisches Gebied
- Gerichtsbarkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerichtsbezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
- juristisches Gebied [das ~] zelfstandig naamwoord
jurisdiktion
der Gerichtsstand; die Gerichtsbarkeit
- Gerichtsstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gerichtsbarkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
jurisdiktion (domsrätt)
Rechtsgebiet
- Rechtsgebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
jurisdiktion (rättsskipning; domsaga; rätt)
die Rechtsprechung; die Gerechtigkeit; die Jurisdiktion; die Gerichtsbarkeit
- Rechtsprechung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerechtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Jurisdiktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerichtsbarkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gerechtigkeit	domsaga; jurisdiktion; rätt; rättsskipning	korrekthet; redbarhet; riktighet; rätt; rättskaffenhet; rättvisa; sanningen; uppriktighet; ärlighet
Gerichtsbarkeit	domsaga; jurisdiktion; rätt; rättsskipning	domstol; juridik; jurisprudens; rättsfilosofi; rättslig möjlighet; rättsvetenskap
Gerichtsbezirk	jurisdiktion
Gerichtsstand	jurisdiktion
Jurisdiktion	domsaga; jurisdiktion; rätt; rättsskipning	juridik; jurisprudens; rättsfilosofi; rättslig möjlighet; rättsvetenskap
Rechtsgebiet	domsrätt; jurisdiktion	distrikt; landskap; län; provins; region; zon
Rechtsprechung	domsaga; jurisdiktion; rätt; rättsskipning	juridik; jurisprudens; rättsfilosofi; rättslig möjlighet; rättspraxis; rättsvetenskap
juristisches Gebied	jurisdiktion

jurisdiktion

noun

meist Singular: rechtsprechende Gewalt, Gerichtsbarkeit
- Jurisdiktion → jurisdiktion
Politik: die dritte Gewalt; rechtsprechende Gewalt
- Judikative → den dömande makten; jurisdiktion