Zweeds
Uitgebreide vertaling voor jobbigt (Zweeds) in het Duits
jobbigt:
-
jobbigt (seg; tufft; tuff; segt)
stämmig; vierschrötig; rüstig-
stämmig bijvoeglijk naamwoord
-
vierschrötig bijvoeglijk naamwoord
-
rüstig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor jobbigt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rüstig | jobbigt; seg; segt; tuff; tufft | |
stämmig | jobbigt; seg; segt; tuff; tufft | häftig; häftigt; kraftig; kraftigt; kraftigt byggd; kraftigt byggt; massivt; muskulös; muskulöst; robust; stark; starkt; stor och kraftigt; stort |
vierschrötig | jobbigt; seg; segt; tuff; tufft |