Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. influensa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor influensa (Zweeds) in het Duits

influensa:

influensa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. influensa
    die Grippe
    • Grippe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. influensa
    die Influenzen

Vertaal Matrix voor influensa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grippe influensa
Influenzen influensa

Wiktionary: influensa

influensa
noun
  1. Medizin: eine akute, fieberhafte Virus-Infektion, vorwiegend mit Entzündung der Atemwege, welche endemisch, epidemisch oder pandemisch auftritt und durch das Influenza-Virus verursacht wird
  2. eine akute, fieberhafte Virus-Infektion, vorwiegend mit Entzündung der Atemwege, welche endemisch, epidemisch oder pandemisch auftritt und durch das Influenza-Virus verursacht wird

Cross Translation:
FromToVia
influensa Grippe flu — influenza
influensa Grippe; Influenza influenza — an acute contagious disease of the upper airways and lungs
influensa Grippe griep — een vierusziekte die jaarlijks vele mensen ziek maakt en die voor ouderen gevaarlijk kan zijn

Verwante vertalingen van influensa