Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inföding:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor inföding (Zweeds) in het Duits

inföding:

inföding [-en] zelfstandig naamwoord

  1. inföding (infödd)
    Naturbelassene
  2. inföding (infödd)
    der Eingeborene

Vertaal Matrix voor inföding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eingeborene infödd; inföding infödd
Naturbelassene infödd; inföding

Wiktionary: inföding

inföding
noun
  1. allgemein: Person, die zu dem Land gehört, in dem sie lebt