Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor imma (Zweeds) in het Duits

imma:

imma [-en] zelfstandig naamwoord

  1. imma (ånga)
    die Verdampfung; die Verdunstung
  2. imma (fuktighet; väta)
    die Feuchtigkeit; die Nässe
  3. imma (ånga; dimma; dunst)
    der Nebel; der Dampf; der Dunst
    • Nebel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dampf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dunst [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor imma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dampf dimma; dunst; imma; ånga dimma; dis; tjock rök; ånga
Dunst dimma; dunst; imma; ånga dimma; dis; dunst; dunsthagel
Feuchtigkeit fuktighet; imma; väta fukt; fuktighet; fuktighetsgrad; råhet; väta; vätska
Nebel dimma; dunst; imma; ånga dimma; dis; tjock dimma; tjock rök
Nässe fuktighet; imma; väta fukt; fuktighet; råhet; väta
Verdampfung imma; ånga
Verdunstung imma; ånga

Synoniemen voor "imma":

  • kondens