Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. halsband:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor halsband (Zweeds) in het Duits

halsband:

halsband [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. halsband (hundhalsband; koppel)
    der Zügel; Halsband; die Leine; der Zaum; die Longe
    • Zügel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Halsband [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zaum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Longe [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. halsband (halskedja)
    die Kette; die Halsschnur; die Verkettung
  3. halsband
    die Halskette; Kollier
  4. halsband
    die Halskette; die Kette
    • Halskette [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kette [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor halsband:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halsband halsband; hundhalsband; koppel
Halskette halsband
Halsschnur halsband; halskedja
Kette halsband; halskedja fil; följd; kastning; kedja; led; rad; räcka; ränning; sekvens; serie; sträng; varptross
Kollier halsband
Leine halsband; hundhalsband; koppel gördel; höfthållare; led; lina; rad; rep; rynka; räcka; snöre; tygel
Longe halsband; hundhalsband; koppel
Verkettung halsband; halskedja följd; kedja; krets; kretsgång; omkrets; omlopp; rad; rond; rutt; sekvens; serie; sträng; varv
Zaum halsband; hundhalsband; koppel hinder; tygel; töm
Zügel halsband; hundhalsband; koppel hinder; tygel; töm; tömmar

Synoniemen voor "halsband":

  • halssmycke

Wiktionary: halsband

halsband
noun
  1. Schmuckstück aus [1]
  2. Schmuckstück, das um den Hals getragen wird und in der Regel ein kunsthandwerkliches Produkt ist

Cross Translation:
FromToVia
halsband Halskette necklace — jewelry

Computer vertaling door derden: