Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grubbel:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grubbel (Zweeds) in het Duits

grubbel:

grubbel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. grubbel (grubbleri)
    die Grübelei; die Plackerei; die Mühe; Mühsal
    • Grübelei [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Plackerei [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mühe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Mühsal [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grubbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grübelei grubbel; grubbleri djupa funderingar; fundering; grubblande; grubbleri; kontemplation; reflektion; tanke
Mühe grubbel; grubbleri ansträngning; besvär; möda; omständighet; smärta; spänning; värk
Mühsal grubbel; grubbleri
Plackerei grubbel; grubbleri dåligt jobb; hemskt jobb; trist jobb

Synoniemen voor "grubbel":