Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grej:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grej (Zweeds) in het Duits

grej:

grej [-en] zelfstandig naamwoord

  1. grej (manick; pryl)
    der Nippes; die Nippsache
    • Nippes [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Nippsache [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. grej (manick; apparat; pryl)
    die Neuigkeit; der Modeartikel

Vertaal Matrix voor grej:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Modeartikel apparat; grej; manick; pryl
Neuigkeit apparat; grej; manick; pryl budskap; nyheter; nyhetsrapport; nymodighet; tidender
Nippes grej; manick; pryl billiga smycken; kiselsten; smycken; småsten; utsmyckning
Nippsache grej; manick; pryl billiga smycken; kiselsten; liten sak; obetydlighet; smula; smycken; småsten; utsmyckning

Synoniemen voor "grej":


Wiktionary: grej

grej
noun
  1. Ding, Gegenstand, Objekt
  2. umgangssprachlich: etwas, das irgendwo heraussteht und dessen Namen man nicht kennt
  3. mehr oder minder wertloses Spielzeug, Kinderei, Kinderspiel, Kinderspielzeug, Leichtigkeit
  4. österr.|, auch bayrisch, (umgangssprachlich) abwertend: wertloses, unnützes Zeug
  5. (Plural 2) fragwürdiges oder normwidriges Verhalten (euphemistisch)
  6. (Plural 1) Angelegenheit (verallgemeinernd)
  7. Gegenstand, dessen Eigenschaften nicht nahe bezeichnen sind
  8. der Kram, der Plunder nach: Lit-Duden: Universalwörterbuch|A=6, Artikel "Bims" 1