Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gås:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gås (Zweeds) in het Duits

gås:

gås [-en] zelfstandig naamwoord

  1. gås
    Gänschen; die Gans
    • Gänschen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gans [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gås:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gans gås klantskalle; åsna
Gänschen gås gässling; gåsunge; knäppskalle; obetydlig; oskyldigt barn

Synoniemen voor "gås":


Wiktionary: gås

gås
noun
  1. abwertend: eine Frau
  2. weibliche Gans
  3. Zoologie: Unterfamilie der Entenvögel
  4. (umgangssprachlich) eine ganze Reihe von nicht unmittelbar verwandten Gattungen der Gänsevögel (Halslänge zwischen Ente und Schwan, Beine nicht ganz so kurz wie bei den Enten)

Cross Translation:
FromToVia
gås Gans goose — a grazing waterfowl of the family Anatidae
gås Gans oie — Oiseau

Verwante vertalingen van gås