Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fluga:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fluga (Zweeds) in het Duits

fluga:

fluga [-en] zelfstandig naamwoord

  1. fluga
    die Fliege
    • Fliege [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. fluga (rosett)
    die steife Fliege

Vertaal Matrix voor fluga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fliege fluga
steife Fliege fluga; rosett

Synoniemen voor "fluga":

  • flygfä; innepryl

Wiktionary: fluga

fluga
noun
  1. in Zusammensetzungen: verschiedene fliegende Insekten
  2. künstlicher angelnköder
  3. fliegendes Insekt der Unterordnung Fliegen (Brachycera)
  4. Kleidungsstück, das überwiegend von Männern um den Hals getragen wird
  5. (umgangssprachlich) abwertend: übertriebener Eifer für eine Sache; seltsame Angewohnheit

Cross Translation:
FromToVia
fluga Fliege bowtie — necktie shaped like a bow
fluga Fliege fly — insect of the family Muscidae
fluga Blinker; Kunstköder fly — fishing lure
fluga Fliege vlieg — tweevleugelig insect
fluga Fliege mouche — Insecte