Zweeds
Uitgebreide vertaling voor febrig (Zweeds) in het Duits
febrig:
-
febrig (febrigt)
-
febrig (febrigt)
fieberhaft; erhitzt; hitzig; fieberig-
fieberhaft bijvoeglijk naamwoord
-
erhitzt bijvoeglijk naamwoord
-
hitzig bijvoeglijk naamwoord
-
fieberig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor febrig:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
erhitzt | febrig; febrigt | het; hett; missnöj7; nervös; nervöst; sur; surt; upphetsatt |
fieberhaft | febrig; febrigt | |
fieberig | febrig; febrigt | |
hitzig | febrig; febrigt | eldfängt; eldigt; folkilskt; het; hetlevrad; hetlevrat; hetsig; hetsigt; hett; hett temperament; häftig; häftigt; hård; hårt; ilsken; ilsket; ivrig; ivrigt; kraftig; kraftigt; kått; lidelsefullt; obalanserat; obehärskad; obehärskat; oregerlig; oregerligt; passionerad; passionerat; sexuellt upphetsad; sexuellt upphetsat; tänd; tänt; upphetsad; upphetsat; upphetsatt; vildsint; vilt; våldsamt |
Synoniemen voor "febrig":
Wiktionary: febrig
febrig
adjective
-
übertragen: angestrengt und eifrig, aber unruhig; hektisch
-
an Fieber leidend, mit Fieber verbunden