Favorit in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

favorit:
- Favorit; Bevorzugte; Auserwählte; Günstling; Günstlinge; Schätzchen; Liebling
Wiktionary:
- favorit → Favorit
- favorit → liebst, Liebling, Favorit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor favorit (Zweeds) in het Duits

favorit (trolig kandidat)
der Favorit; der Bevorzugte
- Favorit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bevorzugte [der ~] zelfstandig naamwoord
favorit (utvald)
die Auserwählte
- Auserwählte [die ~] zelfstandig naamwoord
favorit (gunstling)
der Favorit; der Bevorzugte; der Günstling
- Favorit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bevorzugte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Günstling [der ~] zelfstandig naamwoord
favorit (gunstling)
der Günstlinge
- Günstlinge [der ~] zelfstandig naamwoord
favorit (älskling)
Schätzchen; der Liebling
- Schätzchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Liebling [der ~] zelfstandig naamwoord
favorit
der Favorit
- Favorit [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Auserwählte	favorit; utvald
Bevorzugte	favorit; gunstling; trolig kandidat	förunnad person; pastoratsinnehavar; priviligierad person
Favorit	favorit; gunstling; trolig kandidat
Günstling	favorit; gunstling
Günstlinge	favorit; gunstling
Liebling	favorit; älskling	bortskämt barn; gullisar; hjärta; hjärtevän; kära; käraste; kärlek; sötnos; vännen; älskade; älskarinna; älskling; älsklingar
Schätzchen	favorit; älskling	gullet; gullisar; gullunge; hjärta; käraste; kärt barn; skatt; vännen; älskade; älskande; älskare; älskling; älsklingar

favorit

noun

Sport: Teilnehmer mit der größten Aussicht, in einem Vergleich zu gewinnen
- Favorit → favorit
Lebewesen, das von jemandem bevorzugt wird
- Favorit → favorit

Cross Translation:

From	To	Via
• favorit	→ liebst; Liebling	↔ favorite — preferred
• favorit	→ Favorit	↔ favorite — expected or most probable to win
• favorit	→ Favorit; Liebling	↔ favorite — preferred one, one with special favor